Het Radio Filharmonisch Orkest speelt het 25e Pianoconcert van Mozart (solist: David Fray) en de 8e symfonie van Bruckner tijdens de Robeco Zomerconcerten op vr 26 aug en de BBC Proms op di 30 aug; tussendoor maakt het orkest nog een cd-opname van de 8e van Bruckner; alles onder leiding van chef-dirigent Jaap van Zweden.
blogger vandaag: Henk de Vlieger, slagwerk
Het Radio Filharmonisch Orkest is begonnen aan een nieuw concertseizoen. En hoe! Gisteren en eergisteren hebben we onder leiding van Jaap van Zweden al gewerkt aan de monumentale Achtste symfonie van Anton Bruckner en het 25e Pianoconcert van Mozart. Met dit eerste programma na de grote vakantie gaat het orkest een enerverende week tegemoet. De planning is ideaal! Morgen (vrijdag) spelen we beide werken in de serie Robeco Zomerconcerten in het Amsterdamse Concertgebouw. Op zaterdag, zondag en maandag zullen we ons vervolgens terugtrekken in onze studio om de symfonie van Bruckner op te nemen voor een cd. Tenslotte maken we a.s. dinsdag ons langverwachte debuut in de befaamde BBC Proms in de Royal Albert Hall in Londen. Deze zaal heeft een capaciteit van 6000 stoelen en zojuist hoorden we dat er nu al meer dan 5500 kaarten zijn verkocht. Een mooi vooruitzicht!
Vandaag is het de derde werkdag en de dienstlijst vermeldt: generale repetitie / balansrepetitie. Het opnameteam van Challenge Records is al aanwezig, heeft de microfoons geïnstalleerd en orienteert zich op een ideale klankbalans. De Achtste symfonie van Bruckner is geen lullig stukje. Het is qua tijdsduur en qua orkestbezetting het grootste werk dat hij heeft gecomponeerd. Vooral de kopersectie oogt opvallend met de aanvulling van vier Wagnertuba’s (zie foto). Om een hechte koperklank te realiseren wordt afgeweken van onze gebruikelijke orkestopstelling. Trompetten, trombones en bastuba zijn naar de andere kant van het orkest verhuisd, waar ze hebben plaatsgenomen direct achter de negenkoppige hoornsectie. Een ander opvallend element zijn de drie harpen: een uitzondering in het oeuvre van deze componist.
De Achtste symfonie van Bruckner kan omschreven worden als een reusachtige kathedraal in klank. Wat mij aan het begin van de eerste repetitie al opviel, is dat het orkest dit goed beseft. Iedereen leek enorm goed voorbereid, er werd vanaf de eerste minuut met grote concentratie en passie gemusiceerd. Vandaag lijkt de toewijding alleen maar te zijn toegenomen. Jaap van Zweden is in topvorm. Hij bouwt de kathedraal zorgvuldig op uit natuurlijk vloeiende tempi, boetseert mooie lange lijnen, besteedt veel aandacht aan details. De Wagnertuba’s orgelen devoot, intieme momenten in strijkers en houtblazers worden afgewisseld met euforische koperkoralen. Ondanks de vele decibellen die van tijd tot tijd moeten worden gerealiseerd, blijft de klank opvallend open, transparant.
Omdat mij als slagwerker slechts een bescheiden rol is toebedeeld in deze symfonie (hierover wellicht later meer), heb ik alle gelegenheid om mijn collega’s te observeren. Tijdens het musiceren zoeken zij elkaars blikken. Een non-verbale vorm van communicatie, alsof er kamermuziek bedreven wordt: een opgetrokken wenkbrauw, een ingetogen knikje hier, een veelbetekenende glimlach daar… Er spreekt bewondering uit. Bewondering voor de componist, voor een bijzonder moment in deze muziek. Maar ook bewondering voor elkaars spel. Er heerst een zeldzaam gevoel van saamhorigheid. Verbeeld ik het me, of registreer ik hier een soort collectieve trots? Trots, dat we in de komende dagen mogen overbrengen wat wij tijdens de repetities al ervaren: het is bijzonder goed toeven in die kathedraal!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten