Het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor voeren voor het eerst sinds 1977 de complete versie uit van Hector Berlioz' 'symphonie dramatique' Roméo et Juliette, op.17 uit 1839. De repetities en het concert op vrijdag 23 maart a.s. staat onder leiding van James Gaffigan, de vaste gastdirigent van het RFO. Leden van het orkest houden een blog tijdens het repetitieproces. (> meer informatie over het concert)
"Alleen Berlioz is in staat de gestorven Beethoven weer tot leven te brengen"
door Michiel Eekhof (tweede viool)
Bovenstaand citaat is wat Paganini schreef aan Berlioz. Hij schonk hem via een brief, gedateerd 18 december 1838 te Parijs, direct de immense gift van maar liefst 20.000 francs. De violist had met zijn optredens in de vroege jaren van 1830 een enorm fortuin vergaard en boze tongen in de Parijse pers beweerden dat de virtuoos bijzonder gierig met zijn verzameld kapitaal omsprong. Welnu, door deze gift aan Berlioz kon de componist zijn tijd volledig wijden aan het componeren en zette hij zich aan het schrijven van Roméo et Juliette, een dramatische symfonie met koren.
Dit gegeven maakte mij nieuwsgierig naar de relatie tussen de componist en de violist. Vergeefs zocht ik in de partituur naar violistische passages met Paganiniaanse trekken, temeer omdat Berlioz de symfonie had opgedragen aan Paganini, maar heb deze tot dusver niet aangetroffen. Geen linkerhand-pizzicati, dubbel-flageoletten, scordatura’s (verstemmen van snaren) en andere capriolen waarmee de violist in Europa zijn faam bereikte. Uit verslagen van tijdgenoten lezen wij dat Paganini met een soort hypnotische uitstraling klanken uit zijn viool wist te toveren die het publiek totaal verraste.
Tegen de tijd dat Berlioz en Paganini elkaar ontmoetten kende Berlioz Paganini alleen van reputatie. Hij heeft de violist door omstandigheden nooit horen spelen alhoewel Paganini hem de opdracht had verleend tot het schrijven van een altvioolconcert, hetgeen resulteerde in Harold en Italie. Voor de violist was dit werk helaas niet virtuoos genoeg en had hij bezwaar tegen de rustmaten, (altijd weer een hele klus om die uit te tellen).
Voor de orkeststrijker biedt de partituur van Roméo et Juliette genoeg uitdaging in articulering, frasering en klankkleur. Al meteen in de opening met de fugatische inzetten, die de zwaardgevechten tussen de adellijke families Montague en Capulet klankbeelden, dwingt Berlioz ons tot capricieuse streken die een geoliede streekbeheersing vereisen. De ontwikkeling van de strijkstok had in Berlioz’s tijd in Frankrijk tot innovaties geleid met het oogmerk springerige streekvormen zoals ricochet en vliegend staccato met meer gemak te kunnen uitvoeren. Het Tourte model, waar Paganini ook mee speelde, heeft sindsdien geen belangrijke innovaties meer doorgemaakt en is nog steeds het huidige strijkstokmodel.
Gelukkig drijft onze dirigent van deze week, James Gaffigan, ons niet in de hoek met de voorgeschreven metronoomaanduidingen in de partituur. Dit komt de rust en controle ten goede van het snelle passagewerk. Het tempo hoeft tenslotte niet snel te zijn, maar snel te klinken. Ook in het Scherzo, La Reine Mab, bewijst ons Tourte-model zijn goede diensten.
Het deel Strophes, met zijn 218(!) maten rust, geeft mij de tijd een beeld te vormen van de laatste ontmoetingen tussen Berlioz en Paganini. Paganini had tegen het einde van zijn leven door een keelaandoening geen stem meer om mee te spreken, dus had Berlioz tijdens wandelingen potlood en papier bij zich zodat Paganini bij tijd en wijle het missende vocabulaire kon aanvullen. Enkele geluiden kwamen nog wel uit de tandeloze mond van de voormalige virtuoos, maar deze konden slechts worden geduid door zijn zoon Achille.
Helaas heeft Paganini het aan hem opgedragen werk nooit kunnen beluisteren want hij is
niet lang daarna in Nice (1840) overleden aan de genoemde aandoening. Ook omdat in de deze tijd de artsen behandelmethoden praktiseerden die al sinds geruime tijd niet meer worden vermeld in de Codex Medicus.
In de Prologue geniet ik van de hoogstaande kwaliteit van ons Omroepkoor en ben weer zeer onder de indruk van Simon Halsey’s deskundigheid en precisie.
Met dank aan Paganini, de vioolvirtuoos, mogen wij dit meesterwerk ten gehore brengen. Dit vioolgenie dat ook Schubert, Liszt en vele anderen heeft geinspireerd met zijn composities. Zonder zijn genereuze gift had Berlioz niet de middelen gehad om ongestoord Roméo en Juliette te componeren. Posthuum benoem ik Paganini tot Medewerker van de Maand!
foto's repetitie en bladmuziek: Esther de Bruijn
> RFO-blog mrt2012 #2 - "Hoog tijd om verliefd te worden!"
> RFO-blog mrt2012 #1 - "Wat is er mooier dan één fagot? Juist!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten